Schilders in Wittebrugpark   Abrahams   F. Arntzenius   Haverman   W. Maris   Tholen


Anna Adelaïde Abrahams (1849-1930)

Directeur-eigenaar van de Middelburgsche Courant H.P. Abrahams uit Middelburg liet in 1895 op Badhuisweg 175 een huis bouwen, Duinhoek, met hoge zolderramen op het noorden (die er nog zijn) voor zijn ongetrouwde dochter Anna, schilderes van stillevens en bloemstukken. Zij woonde daar met haar zuster. In 1911 verhuisden beide zusters naar een nieuw gebouwd huis aan de overkant, Pompstationsweg 5.

In haar jeugd in Middelburg kreeg Anna al tekenles, later ook in Sonsbeek waar zij op kostschool zat. Waarschijnlijk leerde zij, zoals dat vaker voorkwam met vrouwelijke schilders in die tijd, voornamelijk stillevens tekenen en schilderen.

Omdat zij uit een gefortuneerd milieu kwam, hoefde zij niet voor de kost te schilderen en dus ook geen rekening te houden met de smaak van het publiek. Zij schilderde voor eigen plezier.

Anna was in Den Haag een goede bekende van het Mesdag schildersechtpaar, dat schilderijen verzamelde van de Barbizonschool in Frankrijk. Waarschijnlijk zijn haar vroege, donkere schilderijen daardoor beïnvloed. Criticus H. de Boer noemt het in 1920 ook wel de invloed van de 'deftige weelde' van mevrouw Mesdag, die ook schilderde. Later worden haar kleuren en voorwerpen steeds lichter en van een 'luchtige schoonheid'.

Er zijn gemengde berichten over haar bekendheid tijdens haar leven. Mogelijk kreeg zij meer naam na 1900. In 1904 noemde kunstcriticus Johan Gram haar stillevens 'krachtig en ultra-modern in opvatting en voordracht’. Regelmatig wordt van een 'mannelijke' toets gesproken. Bij haar laatste tentoonstelling in 1927 wordt zij bekritiseerd door H. Luns, schilder en schrijver over kunst: 'Japans vluchtig zijn haar aquarellen, maar haar visie….. neigt naar de wat gemakkelijke, echt vrouwelijke, zwierigheid die lichtvaardigheid worden kan.'

De kritische Albert Plasschaert kon het goed met haar vinden en bestempelde haar in 1942 als een ondergewaardeerd kunstenares. Crticus W. Jos de Gruyter in datzelfde jaar in Het Vaderland: '….het werk, dat de frisse slagvaardigheid bezit van ’n Manet en de vraag doet opkomen, of deze bijna vergeten schilderes niet werd onderschat. Het is waar, zij schoot vaak te kort, maar niettemin zijn haast alle aquarellen heel genietbaar'.
Na haar dood werden 199 werken in haar eigen bezit geveild.

rechts: vaas met rozen, olie op doek, gesigneerd, z.d

Haar werk is slechts in een kleine kring van liefhebbers bekend. Dit zou te wijten zijn aan de opvatting dat het voor vrouwen in de negentiende eeuw ongepast was een professionele carrière als kunstenares te hebben, en dat (gefortuneerde) vrouwen de kunst alleen als vrijetijdsbesteding beschouwden. Overigens is zij wel bestuurslid geweest van Pulchri Studio. In Frankrijk genoot zij meer bekendheid.


Oost-Indische kers in een vaas
, olie op doek, gesigneerd, z.d.

 

gepubliceerd 24-03-2014
laatste update 28-04-2014